Ecologie
Hieronder staan de verschillende onderwerpen uit de ecologie.

Ecosystemen
Wat is een ecosysteem?
Een ecosysteem is een gebied waarin je kijkt naar de organismen die daar leven (zoals planten en dieren) samen met hun fysieke omgeving, zoals het zonlicht, de bodem, het water en de lucht. Met andere woorden: een ecosysteem is een gebied waarbij je kijkt naar de plaatselijke biotische en abiotische factoren.
De grootte van een ecosysteem kan zeer verschillend zijn. Van een woestijn in Afrika tot een boerenslootje bij jou achter je huis. Wanneer je een stoeptegel optilt, zie je ook een heel ecosysteem.


Energiestromen
Hoe maak je een voedselweb?
Om een goed voedselweb te maken moet je je aan een aantal regels houden. In het filmpje wordt dit uitgelegd.
Samengevat zijn de 5 regels:
1: pijlen in de richting van de volgende schakel;
2: bevat altijd aan het begin een producent;
3: soortnamen (geen groepen);
4: benoem altijd het organisme waarvan iets afkomstig is;
5: per schakel één organisme.
BiNaS 93E1 geeft een voorbeeld van een voedselweb.

Bron: BiNaS
Bron: biojuf.nl
Piramide van biomassa
Van de ene schakel naar de andere in de voedselketen is er verlies van biomassa door de volgende drie oorzaken:
- onverteerde resten
- dissimilatie
- niet alles wordt opgegeten

Bron: Binas
Accumulatie
Accumulatie is het is het doorgeven van gifstoffen van de ene naar de andere schakel in een voedselketen, terwijl er verlies van biomassa is.
Er is dus sprake van een ophoping van gifstoffen. Daardoor is het nadelige effect van de gifstoffen het grootste in de laatste schakel, het hoogste trofische niveau. Daardoor krijgen de dieren uit deze schakel zulke extreem hoge concentraties bestrijdingsmiddelen in hun lichaam dat ze hieraan kunnen sterven.
Bron: biojuf.nl
Het versterkte broeikaseffect
Het versterkte broeikaseffect
CO2 in de atmosfeer houdt de uitstraling van warmte van de aarde tegen. Dat is fijn, want anders werd het hier op aarde veel te koud. We noemen dit het broeikaseffect. Wanneer er teveel CO2 en andere broeikasgassen in de darmkring komen, dan wordt er teveel warmte vastgehouden. Dit noemen we het versterkte broeikaseffect.
Het filmpje laat zien waar deze extra CO2 vandaan komt.
Bron: biojuf.nl
Alternatieve brandstoffen
Door de problematiek rondom het versterkte broeikaseffect, wordt er hard gezocht naar alternatieve brandstoffen. Wanneer je een brandstof gebruikt afkomstig van organisch materiaal dat uit dezelfde kringkoop komt als waarin we nu leven (in tegenstelling tot de kringkoop waar fossiele brandstoffen uitkomen), stoot je CO2 uit die kort daarvoor is opgenomen door de planten waaruit de brandstof is gemaakt. Dit is CO2 neutraal.
Zo wordt er o.a. geëxperimenteerd met het rijden op koolzaad. Het filmpje van RTV Drenthe laat dit zien.
Bron: RTV Drenthe

Populaties
Berekenen van een populatiegrootte
Een populatie is een groep organismen van dezelfde soort die samen een voortplantingsgemeenschap vormen (in hetzelfde gebied leven). De populatiegrootte kun je op verschillende manieren bepalen:
- tellen;
- steekproef;
- vangst-terugvangstmethode.
Voor de ‘vangst-terugvangst methode’ is een formule bedacht:
Bron: biojuf.nl


Veranderingen in ecosystemen
Successie, pioniers- en climaxecosysteem
Successie is de voortdurende verandering van soortensamenstelling van planten en dieren in een gebied. Hierdoor komen er steeds meer organismen in een ecosysteem en neemt de biodiversiteit toe.
Een pioniersoort is een soort dat als een van de eersten een kaal gebied binnenkomt. Er ontstaat een pioniersecosysteem.
Kenmerken van een pioniersecosysteem:
- weinig verschillende soorten (biodiversiteit is laag);
- veel individuen;
- brede tolerantie;
- veel nakomelingen.
Uiteindelijk ontstaat er een climaxecosysteem.
Kenmerken van een climaxecosysteem:
- grote biodiversiteit;
- biologisch evenwicht, weinig veranderingen.
Bron: biojuf.nl
Samenlevingsvormen
Symbiose
Symbiose is een samenlevingsvorm tussen organismen
van twee verschillende soorten.
We onderscheiden drie vormen:
- parasitisme
- mutualisme
- commensalisme

Bron: biojuf.nl
Bron: biojuf.nl
Predator-prooirelatie
Predatoren (roofdieren) eten hun prooien op. Als er veel prooidieren zijn, komen er na verloop van tijd ook meer predatoren. Daardoor neemt het aantal prooidieren weer af. Hierdoor is er weer minder voedsel voor de predatoren en die nemen dan ook weer in aantallen af. Predatoren en hun prooidieren houden elkaar in evenwicht.

Bron: biojuf.nl