Afstamming van soorten
Afstamming van soorten
Verwantschap en afstamming
Om te bepalen welke soorten meer of minder aan elkaar verwant zijn, keek men vroeger naar de bouw en functie van organen.
Homologe organen: organen die bij verschillende soorten aanwezig zijn, maar wel dezelfde bouw hebben. Dit wijst op een sterke mate van verwantschap.
Wanneer je het skelet van de mens vergelijkt met die van een vleermuis, zie je veel overeenkomsten.
Analoge organen: organen die bij verschillende soorten aanwezig zijn met dezelfde functie, maar met een andere bouw. Deze organismen hebben een totaal andere oplossing gevonden voor het uitvoeren van dezelfde functie. Dit wijst op minder verwantschap.
Zo hebben de vleugels van vogels en de vleugels van vlinders dezelfde functie; vliegen. Maar het bouwplan is volkomen anders.
Momenteel wordt er veel gewerkt met DNA onderzoek. DNA is universeel, dat betekent dat DNA bij alle organismen op dezelfde manier is opgebouwd. Of je nu het DNA van een schimmel, een bacterie, plant of dier bekijkt; alle organismen maken gebruik van de vier basen (A, T, C, G).
Verder geldt dat hoe meer overeenkomst in het DNA wordt aangetroffen, hoe meer de soorten aan elkaar verwant zijn.
Voor meer uitleg over de structuur van DNA: biojuf.nl/dna-structuur
Een aantal diersoorten heeft min of meer dezelfde embryonale ontwikkeling. Daar wordt mee bedoeld dat deze diersoorten als embryo een aantal overeenkomsten vertonen.
Zo bezitten menselijke embryo’s (zie afbeelding) op een gegeven moment een kieuwboog (net als alle andere gewervelde dieren). Bij de mens ontstaan hier uiteindelijk geen kieuwen uit, maar o.a. de onderkaak, trommelvlies en de gehoorbeentjes.
Evolutionaire stambomen
Een evolutionaire stamboom geeft weer hoe soorten aan elkaar verwant zijn. Een stamboom geeft een beeld in de loop van de tijd. We kijken dus vanaf het verleden tot aan het heden. Een stamboom begint met de meest verre voorouder. Die is allang uitgestorven en van daaruit zijn nieuwe soorten ontstaan. Een evolutionaire stamboom geeft dus inzicht in de verwantschap en de afstamming van soorten.
Met lijnen zijn verwante soorten met hun gemeenschappelijke voorouder verbonden. Soms geeft de lengte van de lijnen een schatting van de verstreken tijd weer.
De afstamming van de vier rijken
In de biologie deelt men organismen in in vier rijken:
- het rijk van de planten;
- het rijk van de dieren;
- het rijk van de schimmels;
- het rijk van de bacteriën.
In BiNaS is een afstammingsoverzicht weergegeven van de vier rijken.
Gemeenschappelijke kenmerken
Hoe meer verwant, hoe meer gemeenschappelijke kenmerken de soorten hebben. Toch horen ze niet tot dezelfde soort. Om tot dezelfde soort te horen, moeten ze onderling succesvol kunnen voortplanten. Kan dat niet, dan rekenen we ze tot een aparte soort.
Een soort = een groep organismen die onderling succesvol kunnen voortplanten (waarbij de nakomelingen nog steeds vruchtbaar zijn).
Via de tabbladen kom je bij de informatie over dit onderwerp m.b.t. het havo examen biologie.
P4.3.1 – Selectie
Je moet kunnen uitleggen dat adaptaties van populaties door selectie van organismen tot stand komen.
P4.4.2 – Soortvorming
Je moet kunnen uitleggen dat verwantschap en afstamming van soorten weergegeven kan worden in de vorm van een evolutionaire stamboom.
- Homologe organen = organen van verschillende soorten, die op dezelfde manier zijn ontstaan, zijn hebben dezelfde embryonale ontstaanswijze. Hebben grotendeels dezelfde bouw
- Analoge organen = organen van verschillende soorten waarbij een functie op verschillende manieren is ontwikkeld
- Evolutionaire stamboom = schema waarin aangegeven wordt hoe soorten (heden en verleden) aan elkaar verwant zijn
- Verwantschap = de mate waarin men familie van elkaar is. Genetisch aan elkaar gelijk is
- Afstamming = de biologische (genetische) verwantschap tussen soorten
- Soort = groep organismen die onderling succesvol kunnen voortplanten (d.w.z. dat de
nakomeling vruchtbaar zijn)
Bijbehorende BiNaS tabellen: 94