Aspecifieke afweer
Aspecieke (niet-specifieke) afweer
Het aangeboren afweersysteem
Het aangeboren afweersysteem wordt ook wel het aspecifieke afweersysteem genoemd. Tot het aangeboren afweersysteem horen o.a. de huid en de slijmvliezen. Zij proberen alles tegen te houden. In onze ogen zorgt traanvocht voor de aspecifieke afweer en in de luchtwegen doen de trilharen dat.
Mocht een lichaamsvreemd antigen toch binnendringen, dan komen de macrofagen in actie. Macrofagen zijn een bepaald type witte bloedcellen. Deze cellen horen bij het aspecifieke afweersysteem, want deze witte bloedcellen maken geen onderscheid tussen de verschillende indringers. Aan het begin van de afweerketen spelen ze een rol bij het onschadelijk maken van een ziekteverwekker en het presenteren van de antigenen. Aan het einde van de keten verwijderen de macrofagen de door antistoffen omsingelde ziekteverwekkers (zie het specifieke afweersysteem).
Via de tabbladen kom je bij de informatie over dit onderwerp m.b.t. het havo examen biologie.
O3.1 Afweer
Je moet kunnen beschrijven wat de bouw, werking en functie zijn van organen en cellen betrokken bij de afweer van de mens;
Je moet kunnen beschrijven wat de werking van de aangeboren (niet-specifieke) afweer is;
Je moet kunnen beschrijven wat de werking van de verworven (specifieke) afweer is;
Je moet kunnen beschrijven wat de reactie op lichaamseigen en lichaamsvreemde stoffen en cellen is;
Je moet kunnen benoemen dat er verschillen zijn tussen verschillende typen ziekteverwekkers.
- Aangeboren afweersysteem = niet-specifiek of aspecifiek afweersysteem. Het afweersysteem dat tegen meerdere ziekteverwekkers/indringers optreedt (o.a. de huid, slijmvliezen, macrofagen)
- Huid = barrière tussen het interne en het externe milieu. Hoort bij het aspecifieke deel van het afweersysteem. Grootste orgaan van ons lichaam
- Slijmvliezen = kleedt de openingen in de huid af en produceert slijm met daarin o.a. enzymen. Hoort bij het aspecifieke deel van het afweersysteem
- Macrofaag = type witte bloedcel die aspecifiek indringers (micro-organismen) in zich kan opnemen (fagocytose)
Bijbehorende BiNaS tabellen: 84J