Het bloed kan niet alle cellen van het lichaam bereiken. Aan het begin van een haarvat verlaat (= filtratie) het bloedplasma als gevolg van de hoge bloeddruk de bloedbaan en diffundeert tussen de cellen van het omringende weefsel door. De osmotische waarde van het bloed is hoger dan van het weefsel en daardoor vindt er resorptie van dit bloedplasma plaats. De filtratie is echter groter dan de resorptie.
Het bloedplasma dat zich in het weefsel bevindt noemen we nu weefselvloeistof. Dit weefselvloeistof geeft de benodigde stoffen (voedingsstoffen, zuurstof enz.) aan de cellen van het weefsel af. Tegelijkertijd neemt dit weefselvloeistof afvalstoffen op.