Natuurweten-schappelijke methode

Onderzoek doen

Het nut van wetenschappelijk onderzoek

De wetenschappelijk methode zorgt ervoor dat de wereld op een systematische manier wordt onderzocht. Het filmpje van Nemo laat mooi zien wat het nut van de wetenschappelijke benadering is.

Bron: Nemo.nl

Vormen van onderzoek

Er zijn verschillende manieren om onderzoek te doen.

  • beschrijvend onderzoek
  • experimentele onderzoeksaanpak.

Om iets te onderzoeken kun je natuurwetenschappelijke experimenten uitvoeren (proefjes doen). Dit wordt een experimenteel onderzoek genoemd.

Daarnaast kun je ook beschrijven wat je ziet of je kunt tekenen wat je waarneemt. Dit wordt een beschrijvend onderzoek genoemd. wanneer je bijvoorbeeld door een microscoop kijkt en je waarnemingen tekent. Of wanneer je het gedrag van dieren observeert en weergeeft in een ethogram en protocol. (Voor meer uitleg over ethogram en protocol, klik hier).

De keuze voor de onderzoeksmethode hangt af van de onderzoeksvraag.

Experimenteel onderzoek

Een experimenteel onderzoek gaat volgens strikte regels. Als onderzoeker mag je geen enkele stap overslaan. Alle biologen in de hele wereld moeten hun onderzoek op dezelfde manier, volgens dezelfde regels uitvoeren.

Per experimenteel onderzoek wordt de invloed van maar één variabele tegelijkertijd onderzocht. Dat is niet altijd eenvoudig; onderzoek je de invloed van zonlicht, dan onderzoek je misschien ook wel gelijktijdig de invloed van de temperatuur.

 

In een goed onderzoek worden naast de variabele alle andere omstandigheden (zoveel mogelijk) gelijk gehouden.

Het onderzoek moet zo nauwkeurig beschreven zijn, dat het voor anderen het onderzoek kunnen herhalen.

Een natuurwetenschappelijk onderzoek bestaat uit een aantal vaste stappen.

Elk experimenteel onderzoek is opgebouwd uit de volgende stappen:

  • waarneming;
  • probleemstelling;
  • onderzoeksvraag (en verwachtingen).
  • hypothese;
  • werkplan/materiaal en methode;
  • meetgegevens/resultaten;
  • conclusie;
      • hypothese bevestigen (de hypothese was juist)
      • hypothese verwerpen (de hypothese was onjuist; er wordt een nieuwe hypothese opgesteld)

Elk natuurwetenschappelijk verslag is opgebouwd uit de volgende stappen:

  • titel
  • inleiding
      • achtergrondinformatie
      • probleemstelling;
      • onderzoeksvraag;
      • hypothese;
  • werkplan/materiaal en methode;
  • resultaten;
  • conclusie;
  • discussie;
  • bronvermeldingen.
Probleemstelling, onderzoeksvraag en hypothese
  • de probleemstelling is de overkoepelende hoofdvraag;
  • de onderzoeksvraag is de vraag die hoort bij het onderzoek dat je gaat uitvoeren;
  • de hypothese geeft antwoord op de onderzoeksvraag. Geef hierbij geen uitleg of verklaring. Geef ook aan welke resultaten de hypothese  zullen bevestigen. Dit wordt de verwachting genoemd.
Werkplan

Een goed experimenteel onderzoek bevat een goed opgezet werkplan. Een werkplan bevat de genodigde materialen en de methode en moet aan een aantal eisen voldoen:

BAGGER (ezelsbruggetje)

  • bepaal de variabele die je wilt onderzoeken;
  • houd alle andere omstandigheden gelijk, behalve de variabele die je gaat onderzoeken;
  • maak groepen (of bij sommige onderzoeken maak je een controlegroep); doe grote aantallen in elke groep (denk aan 100 tallen);
  • beschrijf hoe je het onderzoek gaat uitvoeren;
  • beschrijf hoe je aan meetgegevens gaat komen. Hoe kom je aan getallen;
  • noem de eenheden waarin je meet;
  • noem dat je resultaten van de groepen met elkaar gaat vergelijken.

Het bepalen van de variabele gaat als volgt:

Vul in de onderstaande zin de X en de Y in.
“Wat is de invloed van X op Y?”
Bijvoorbeeld: wat is de invloed van de hoeveelheid ingespoten insuline (X) op de glucoseconcentratie in het bloed (Y)?

De onafhankelijke variabele is X, de afhankelijke variabele is Y.

X = de invloed die je onderzoekt, deze invloed varieer je in je onderzoek. (De andere omstandigheden houd je gelijk).
Y = de uitkomst van je onderzoek; het resultaat.

Wanneer je resultaten in een grafiek gaat verwerken, zet je de gegevens van de X op de X-as en de resultaten, de Y, op de Y-as.

Validiteit en betrouwbaarheid

Een goed wetenschappelijk onderzoek moet een hoge mate van validiteit en betrouwbaarheid hebben.

Met een hoge validiteit wordt bedoeld dat ook echt onderzocht is wat men wilde onderzoeken.
Met een hoge betrouwbaarheid wordt bedoeld dat de resultaten bij herhaling niet te veel van elkaar mogen afwijken.

Over het algemeen is een onderzoek meer valide als het juiste meetinstrument wordt gebruikt en wanneer er een goede controle groep is (waarbij een eventueel placebo-effect zoveel mogelijk wordt uitgesloten. De betrouwbaarheid van een onderzoek kan men vooral verhogen dor een grote onderzoeksgroep te nemen. Ook moet men checken of het (valide) meetinstrument niet stuk is of geen afwijking heeft.

Resultaten

Kies voor een presentatievorm van de resultaten die helpt bij het beantwoorden van de onderzoeksvraag. 

  • presenteer de resultaten zo objectief mogelijk, zonder er conclusies aan te verbinden;
  • gebruik tabellen en diagrammen (grafieken);
  • het diagram dat je gebruikt hangt af van welk verband, of gebrek aan verband, je duidelijk wilt maken.
Voor uitleg hoe je op je juiste manier resultaten in een grafiek verwerkt, klik hier.
Conclusie
  • je vergelijkt de resultaten met de hypothese;
  • je neemt de hypothese aan of je verwerpt deze (de hypothese is juist of onjuist).
Discussie
  • je legt uit waarom de hypothese juist of onjuist is. Hiervoor koppel je de resultaten aan de theorie;
  • je werpt een kritische blik op je onderzoek. Wat ging goed, wat ging fout en wat is voor verbetering vatbaar;
  • je sluit dit onderzoek af door een voorstel te doen voor nieuw of een vervolg onderzoek. Dit vervolgonderzoek moet wel bij dezelfde probleemstelling passen als het onderzoek dat je net gedaan hebt.