Mond: mechanisch kleiner maken en mengen van het eten met speeksel met daarin enzymen (afbraak koolhydraten).
Slokdarm: verbindt de mond met de maag.
Maag: vertering m.b.v. enzymen van eiwitten en doden van bacteriën (door lage pH).
Twaalfvingerige darm en rest dunne darm: opname van voedingsstoffen richting het interne milieu (bloed en lymfe).